Op het plafond in ons huisje ontdekten we salamanders en een kleine leguaan, of een kleine krokodil! We waren er nog niet uit maar lieten de beestjes even voor wat ze waren en begonnen aan een wandeling door het bos, op naar de watervallen. Soeradj wees de weg. We zagen gigantische bomen, bedenkt met planten en lianen, en veel blauwe vlinders. Onderweg kwamen we Danti Bai tegen, een man uit het binnenland. Hij deed ons voor hoe de telefoonboom werkt (een communicatiemiddel van de indianen, waarbij met een stok heel hard op een cederboom wordt geslagen). Samen met Soeradj bezochten we daarna de Ireneval, een paradijselijk plekje midden in het bos, waar we heerlijk konden afkoelen. ‘parasprings, echt bronwater! Ik kon voor het eerst in mijn leven water drinken uit een natuurlijke bron! Door die ongelofelijk mooie plek was ik vergeten hoe ver we waren afgedaald en hoe stijl de weg terug was..onderweg kwamen we lianen tegen waar ons oergevoel toch even naar boven kwam!! Verder naar de Leoval. Deze waterval was hoog, waardoor de stralen gewoon pijn op je rug deden. In de buurt was een grot, een opening van de tunnel die in 1793 door meneer Brown, een goudzoeker werd gegraven. Het schijnt dat er nu een alligator van 3,5 meter in woont. Op de foto zie je een klein lichtje..een oog van de alligator??? Gelukkig komt hij alleen in de grote regentijd naar buiten, en nu is het de kleine regentijd...na een douche kregen Annika en ik van Vincent, een vriend van Soeradj, nog even een lesje Sranantongo, terwijl Gerhard en Soeradj geen genoeg kregen van de waterval.
's Avonds zat de kleine krokodil nog steeds in onze hut. Daarom ging Soeradj een vuurtje in ons houten huis maken, om het uit te roken!! Het had weinig effect, want alle salamanders en de krokodil gingen precies boven het vuur zitten, waarschijnlijk vonden ze het lekker warm...
's Avonds zat de kleine krokodil nog steeds in onze hut. Daarom ging Soeradj een vuurtje in ons houten huis maken, om het uit te roken!! Het had weinig effect, want alle salamanders en de krokodil gingen precies boven het vuur zitten, waarschijnlijk vonden ze het lekker warm...
Tijdens onze avondwandeling ontdekten we een mierenleger. Duizenden mieren liepen en masse zo'n twintig meter van een boom naar een plek waar ze waarschijnlijk een huis gingen bouwen, want ze droegen allemaal een stukje blad bij zich. Het was tweerichtingsverkeer, de mieren die hun vrachtje hadden afgeleverd, keerden terug voor een nieuwe lading. Gerhard en ik deden even een experiment door een wegversperring te maken...dat hadden we beter niet kunnen doen want de mieren gingen ritsen en toen ontstond er opstopping, file, chaos. Sommigen liepen nu de verkeerde kant op. Gelukkig kunnen de mieren zelf alles weer in goede banen leiden. We ontdekten dat ze zelf alle wegversperringen aan de kant zetten!
Vannacht sliep ik voor het eerst van mn leven in een hangmat omgeven door een tropisch bos. Het is best koud zo hoog, gelukkig wel mugvrij daardoor. Ik lag met een dikke trui en mn broek aan, die nog onder modder zat van de wandeling, in mijn hangmat.'s Nachts werden we omringd door geluiden van brulapen, vogels en krekels. Het eerste wat ik zag toen ik om zes uur wakker werd was een kolibri! Alles was mistig om ons heen. De brulapen waren weer stil.
We gingen er vroeg uit om dieren te spotten; een echt Surinaams boskonijn en aapjes, en weer voelde ik me erg klein naast de geweldige bomenreuzen. Die middag maakten we nog een boswandeling, en Gerhard en ik daalden nog eens af naar een waterval, al bleek dit na een satijle afdaling een klein kreekje te zijn, niet minder mooi. En het was de marathon naar boven waard!
De stadskinderen uit Paramaribo komen op schoolreisje naar Brownsberg...verder kunnen weinig Surinamers de kracht van deze natuur zelf ervaren. De prijzen worden opgeschroefd door de komst van steeds meer toeristen. Het is schandalig maar waar, Brownsberg blijft grotendeels een exclusieve ervaring voor buitenlandse toeristen en studenten.